“De wereld staat op een kantelpunt”, oreerde Siobhan. “Aan één kant is daar de veilige rationaliteit die we kennen, aan de andere kant de donkere afgrond van irrationaliteit en chaos. De balans is precair. Het is nog onduidelijk naar welke kant de wereld zal vallen, maar vallen zal ze.”
“Rollen, bedoel je”, zei ik in een poging het gesprek wat luchtiger te maken. “De aarde is rond.”
“Oh, is ze?” vroeg Angela.
We hadden Siobhan nog niet eerder zo gespannen en somber gezien. Ze heeft een kleurrijke en stralende persoonlijkheid, maar die leek nu gedimd en met een grauwsluier overdekt. Ook haar verschijning, normaal gesproken haast clownesk kleurig, leek somberder.
Door de ramen zagen we buiten een groep demonstranten langstrekken. Deze demonstraties kwamen steeds vaker voor, en waren niet altijd te onderscheiden van ongeregeldheden. We konden hun raaskallende leuzen binnen horen.
“Ah, de Zelfdenkers”, zei Micheal. “Zij zijn het die wrikken aan het houvast van de wereld. Ze hopen haar naar de kant van de chaos te doen vallen.”
“Rollen”, merkte ik nog eens zwakjes op. Niemand besteedde er aandacht aan.
De Zelfdenkers waren de reden van Siobhans humeur. Haar zuster had zich recent bij hen aangesloten, wat tot een breuk tussen de twee had geleid. Siobhan verweet haar zus helemaal gestoord te zijn, wegens de idiote en onsmakelijke ideeën die de Zelfdenkers aanhingen. De zus vond dat Siobhan hopeloos naïef was en te dom om te zien wat er werkelijk gebeurde in de wereld. De Zelfdenkers verwierpen kennis op basis van autoriteit, en wantrouwden daarom media en wetenschap. Alleen kennis verworven door “zelf denken” was betrouwbaar, en zo kwamen ze aan hun naam. Tegenstanders waren er vooral van overtuigd dat de Zelfdenkers niet goed konden denken.
“Het zal ze niet lukken”, vervolgde Micheal. “Ze zijn met velen ja, en misschien dat ze een tijdelijk succesje kunnen boeken. Er zijn aanwijzingen dat de wereld kort in het moeras van onzinnige theorieën kan verzinken. Maar dat moeras biedt geen betrouwbare grond onder de voeten, en om niet langzaam te verdrinken zal de wereld snel weer de veilige oevers van de ratio opklimmen.”
“Is dat zo?” vroeg Angela.
Hoe Angela een vaste bezoeker van onze stamtafel bij Ouwe Luuk is geworden, is een verhaal dat ik misschien een andere keer vertel. In veel opzichten is ze de tegenpool van Siobhan. Waar de laatste veelkleurig is, gaat Angela meestal in het wit of lichtgrijs gekleed. Lang en statig is ze, en gelijkmoedig van temperament, waar Siobhan klein, uitbundig en opvliegend is. Het is een klein wonder dat die twee zo goed met elkaar kunnen opschieten.
“Oh, maar ik ben gespecialiseerd in kleine wonderen”, zei Angela.
Siobhan wenkte Astrid en bestelde een Precaire Situatie voor elk van ons.
“Caribische of Zwarte Zee?” vroeg Astrid.
“Zwarte Zee.”
Precaire Situatie wordt geserveerd in heel wijde, lage glazen. In het midden van het glas ligt een ronde, gladde steen; lapis lazuli bij de Caribische versie, toermalijn in de Zwarte-Zeevariant die Astrid ons bracht. De steen ligt er als een eiland, omgeven door de heldere sterke drank. Op het eiland zit een klein kikkertje dat nog maar net geen dikkopje meer is. (Precaire Situatie is een seizoensgebonden drank.) Het kikkertje is nog niet erg sterk, en bovendien bedwelmd door de damp van de drank.
“De kikker zal proberen te ontkomen door van zijn eiland af te springen”, vertelde Siobhan. “Soms is hij sterk genoeg om de sprong naar de rand van het glas in één keer te maken, en is hij veilig. Soms belandt hij in de drank, waar hij jammerlijk maar snel verdrinkt. Pas als de kikker zijn poging gewaagd heeft mag je drinken.”
Ouwe Luuk serveert dranken die je in maar weinig andere etablissementen aantreft.
“Kijk, ze zijn weg”, wees Siobhan naar het raam.
De troep Zelfdenkers was inderdaad verder getrokken. De straat was leeg, en de lucht was strakblauw, op een paar condenssporen van vliegtuigen na. Ik hoopte dat de geboortebeperkende chemicaliën erin inmiddels effect sorteerden; de wereld was vol genoeg.
Het eerste kikkertje dat de sprong waagde was dat van Micheal. Met een trefzekere boog belandde het op de rand van het glas. Het knipoogde een keer glazig naar ons, klauterde toen op de tafel en hupte weg. Micheal leegde zijn glas in één teug.
“Er valt ook niet met ze te praten”, zei Micheal. “De Zelfdenkers hebben zich in het hoofd gezet dat de aarde plat is of dat de wereldregering uit aliens bestaat, en het maakt niet uit welke argumenten en bewijzen je er tegenin brengt. In het gunstigste geval vinden ze dat je misleid bent door de media. In het slechtste geval denken ze dat je deel uitmaakt van het complot. Soms kunnen ze dan vijandig worden.”
“Precies”, mompelde Siobhan somber.
“Hen wordt vaak verweten dat ze de bewijslast omdraaien:”, ging Micheal verder, “dat ze van je verlangen dat jij bewijst dat hun ideeën onzin zijn, terwijl eigenlijk zij jou moeten bewijzen dat hun beweringen kloppen. Dat is niet wat ze doen. Wat ze zeggen is dat het feit dat hun beweringen weerlegd worden aantoont dat er een complot is om ze te onderdrukken, en dat dát de juistheid ervan bewijst.”
“Ik ben benieuwd wat de kinderen straks op school zullen leren”, zei Siobhan. “Schrijven de schoolboeken dat een Joodse samenzwering in het geheim alle regeringen manipuleert, of dat het de multinationals zijn? Ik wéét dat het de multinationals zijn, maar is dat straks nog zo? Oh, de wereld trilt en beeft! Ook zij wil niet in het moeras van onzin vallen.”
“De kinderen leren op school wat de werkelijkheid is”, probeerde Micheal haar gerust te stellen.
“De werkelijkheid is wat de kinderen op school leren”, zei Angela.
Een van de overige gasten vertrok. Hij trok zijn jas aan terwijl hij langs ons tafeltje liep, en er viel iets uit. Ik raapte het op en riep de man na, maar hij hoorde me niet en verliet de kroeg.
“Wat is het?” vroeg Micheal.
“Een brochure of zo”, zei ik, en bladerde het door. “Oh, het is van de Apollo-11 filmset in Hollywood. Die kun je tegenwoordig bezoeken, zie ik. Een nieuwe toeristische attractie.”
Micheal nam de folder van me over. “Hmm… daar zou ik best eens heen willen. Dat waren behoorlijk geavanceerde trucages, voor die tijd. Interessant om te zien.”
Mijn kikkertje sprong. Het haalde de rand net, maar gleed toen terug en belandde in de drank. Hij spartelde nog even. Ik wilde het lijkje eruit halen, maar het loste voor mijn ogen op. Ik had plots geen dorst meer en zette mijn glas terug op tafel. Siobhan keek naar me alsof ze teleurgesteld, maar niet verrast was.
Drie mannen stommelden luidruchtig de kroeg in. Ze liepen naar de toog en riepen om bier. Terwijl Astrid glazen pakte draaide een van de mannen zich om en riep: “Kijk ze nou zitten, de schapen! De helft ervan bestaat uit geherprogrammeerde drones van de elite, en de rest is te stom om dat te zien. De domheid straalt ze uit de ogen.”
Astrid had opeens heel wat minder haast met de glazen. Luuk kwam uit de keuken en sprak de mannen aan.
“Ik wil niet dat je mijn gasten beledigt”, zei hij. “Anders ben je hier niet welkom.”
“Huh”, schamperde een van de andere mannen. “Ik zou maar eens uit een ander vaatje tappen, als je na de omwenteling nog een kroeg wilt hebben.”
“Zoals je wilt,” antwoordde Luuk. Hij knikte naar Astrid, die de glazen pakte en naar de kelder liep.
“Welke omwenteling?” vroeg Micheal belangstellend.
“Er blaast een nieuwe wind door het land”, bracht de derde man in. “Die wind wordt steeds sterker. Hij blaast de webben en het stof uit de ogen van de mensen zodat ze de waarheid zien. Straks is het een storm, en die blaast de wereld schoon van de elite en de mensen die nog steeds al hun leugens geloven. Onze kinderen zullen eindelijk weer veilig zijn.”
Astrid was terug uit de kelder met drie gevulde glazen die ze aan de mannen gaf. Ze dronken hun glas in één teug leeg.
“Onze kinderen zijn nu al veilig”, merke Micheal op. “De procedure om het verjongingsenzym uit zuigelingenbloed te winnen is sterk verbeterd. Het is veel hygiënischer geworden, en met een mortaliteit van bijna nul.”
Siobhan tikte ongeduldig tegen haar glas Precaire Situatie. Het kikkertje op de steen keek haar verwijtend aan, en kroop toen de drank in zonder te proberen te springen. Tevreden nam Siobhan een slok.
“Geloof jij maar wat de media je op de mouw spelden”, zei de tweede man weer. “Wij denken er zélf over na. Lees jij wel eens iets over de satanische riten die de hoge heren uitvoeren? Nee hè? Dat bewijst dat ze je voorliegen!”
Micheal knipperde met zijn ogen, ietwat van zijn stuk gebracht door de onnavolgbare logica van de Zelfdenkers. Waarom was hij verbaasd? Hij had ons net zelf uitgelegd dat ze dit deden. Voordat hij hersteld was viel Angela in:
“We weten van die riten. Wees gerust, dat zal afgehandeld worden.”
De mannen reageerden niet op haar. Hun gezichten kregen een groene tint, ze grepen naar hun buik, en bogen dubbel.
“Oh nee, niet hier”, zei Luuk. “Dat doe je maar buiten.” Hij kwam achter de toog vandaan en dreef de mannen de deur uit.
“Ik heb uit een ander vaatje getapt”, glimlachte Astrid tevreden.
Van buiten kwamen akelige geluiden.
“Die storm”, zei Siobhan, “daar heeft mijn zus het ook steeds over. Het is beeldspraak, natuurlijk. De Zelfdenkers verwachten echt dat de wereld hun denkbeelden zal accepteren, en dat al de complotten waarin ze geloven aan het licht zullen worden gebracht. Het zal een revolutie zijn, en niet geleidelijk gaan. De nieuwe wereldorde zal in een paar uur gevestigd worden.”
“En wat gebeurt er dan?” vroeg ik.
“Hun waarheid is dan de waarheid”, somberde Micheal. “Daar kun je je niet meer tegen verzetten. De Zelfdenkers zullen alle niet-gelovers elimineren. Natuurlijk is dat maar tijdelijk en zal naar verloop van tijd blijken hoezeer ze het mis hebben.”
“Niet noodzakelijk”, zei Angela.
“Wisten jullie dat als je een kikker in een pan koud water zet, en die langzaam aan de kook laat komen, de kikker niet doorheeft dat hij gekookt wordt en rustig blijft zitten?” zei ik. “Eigenlijk ging dat over kreeften, nu ik eraan denk, en ik weet ook niet waarom ik dit vertelde.”
Mijn vrienden keken me meewarig aan.
“Er is natuurlijk maar één werkelijkheid”, zei Angela. “Maar die werkelijkheid is niet onveranderlijk. Ze is plooibaar, toegeeflijk. Als iedereen de verkeerde dingen gelooft, de onechte dingen, dan zal de werkelijkheid zich aanpassen aan dat geloof. De wereld is maakbaarder dan veel mensen beseffen.”
“Maar niet iedereen gelooft die onzin van de Zelfdenkers!” riep Micheal uit. “Niet de weldenkende mensen, niet de rationele mensen, niet de wetenschappers!”
“Dat is waar”, gaf Angela toe. “Het is zelfs maar een kleine minderheid dat die dingen gelooft. Toch zullen ze de wereld vormen, want ze geloven het met een overtuiging en een passie die de weldenkende, rationele, wetenschappelijke, en eeuwig twijfelende mensen missen. Hun werkelijkheid zal straks de werkelijkheid zijn.”
“Het gebeurt nu. De balans is verstoord”, zei Siobhan plotseling. “De wereld valt. Maar welke kant op?”
“Hup”, fluisterde Angela tegen het kikkertje op de steen in haar glas. Het diertje sprong. Middenin zijn sprong verdween het. Angela nipte aan de drank en knipoogde naar Siobhan.
“Wat is dat getinkel? Dat gerinkel?” vroeg Micheal. “Horen jullie dat ook?”
Wij hoorden het ook: een zacht, vierstemmig tinkelen.
Siobhan wees naar de glazen die nog op tafel stonden. De stenen erin trilden, en lieten zo het glas tinkelen.
“Voelen jullie dat?” vroeg ik. De stoel waarop ik zat en de vloer onder mijn voeten trilden.
“Wij voelen het”, zei Angela. “En het wordt snel erger.”
Het werd inderdaad snel erger. Het trillen werd heftiger, het gerinkel luider. Astrid en Luuk waren druk bezig glazen en flessen in veiligheid te brengen, voor ze van de toog zouden trillen en stuk vallen.
Hou je vast! Er was een luid gekraak als van rots dat geplet en gebogen wordt, als van een wereld die zich in een nieuwe vorm perst. Vervolgens een aantal heftige schokken. Toen hield de grond op met bewegen en werd het weer stil.
“Was dat een aardbeving?” vroeg ik.
“Dat was de aarde die plat werd” antwoordde Angela.
Elisabeth 31 mei 2021
Mijn hersens moeten ervan kraken.
Dat zal de bedoeling zijn.